Kunstmatige intelligentie begrijpt niet waarom grappen grappig zijn, zegt onderzoek

Kunstmatige intelligentie begrijpt niet waarom grappen grappig zijn, zegt onderzoek

Uncategorized

Een recent onderzoek uitgevoerd door onderzoekers van de Cornell University suggereert dat kunstmatige intelligentie (AI) een gebrek heeft aan begrip van wat grappen grappig maakt, ondanks het vermogen om grappen te genereren. Het onderzoek had als doel de vaardigheden van AI-modellen en mensen te testen bij het uitvoeren van taken met betrekking tot de inzendingen voor de Cartoon Caption Contest van The New Yorker. Deze taken bestonden uit het matchen van grappen met cartoons, het identificeren van winnende bijschriften en het uitleggen van de humor.

De resultaten van het experiment toonden aan dat mensen significant beter presteerden dan de AI-modellen bij alle taken, wat aangeeft dat AI nog ruimte voor verbetering heeft wat betreft het begrijpen van humor. Bijvoorbeeld, tijdens een meerkeuzetest waarbij cartoons werden gekoppeld aan bijschriften, behaalden de AI-modellen slechts 62% nauwkeurigheid in vergelijking met de 94% nauwkeurigheid van mensen.

Hoewel AI-modellen zijn geavanceerd, zoals met de ontwikkeling van ChatGPT, zijn ze nog steeds niet op hetzelfde niveau als het menselijk begrip van humor. De onderzoekers merkten op dat het begrijpen van humor fundamenteel een menselijke eigenschap is, en hoewel machines hun prestaties in humorgerelateerde taken kunnen verbeteren, zullen ze humor nooit echt “begrijpen” op dezelfde manier als mensen dat doen.

Desalniettemin benadrukte het onderzoek ook het potentieel van AI als hulpmiddel voor humoristen bij het brainstormen van ideeën. Hoewel AI humor misschien niet volledig begrijpt, kan het samenwerken met humoristen om komische concepten te genereren en te verfijnen.

Voor het onderzoek verzamelden de onderzoekers meer dan 700 bijschriftwedstrijden van The New Yorker gedurende 14 jaar. Ze testten twee soorten AI-modellen: een model dat gebruikmaakte van computervisie om afbeeldingen te analyseren en een ander model dat menselijke samenvattingen van cartoons analyseerde. De prestaties van de AI-modellen werden vergeleken met die van mensen bij taken zoals het koppelen van bijschriften aan cartoons en het uitleggen van de relatie tussen de bijschriften en cartoons.

Ondanks de kloof tussen AI en het menselijk begrip van humor die in dit onderzoek naar voren kwam, werpen de bevindingen licht op de vooruitgang die AI heeft geboekt op dit gebied en de mogelijke toepassingen ervan bij samenwerkend humorcreatie.